Als ik in de metro stap zie ik een wat ouder stelletje, allebei slapend een beetje tegen elkaar aan hangen. Even sla ik ze vertederd gade. Maar dan ga ik over tot de orde van de dag. Er zit nog een boek in mijn tas dat heel graag uitgelezen wil worden. Het bevat tenslotte de 7 sleutels naar geluk. En zeg nu zelf, wie wil die nu niet hebben?
Na een paar bladzijdes, en dus ook een paar haltes schrikken ze wakker.
Verbaasd kijken ze om zich heen. Hier kwamen ze normaal nooit, dat wisten ze zeker. Het kwam vast en zeker door de metro die op een ander spoor was gaan rijden. Want was er niet iets omgeroepen over omleidingen?
Na het gesprekje even aangehoord te hebben vertel ik ze dat de metro precies rijd waar hij hoort te rijden en dat er niet op magische wijze een anders spoor is gekomen. Verward kijken ze mij aan. Ze noemen de halte waar ze eruit gemoeten hadden, wat toevallig de halte was waar ik instapte.
“Dan bent u te ver doorgereden”, zeg ik.
“Oh, zijn we een halte blijven zitten?”, vraagt de mevrouw.
Snel tel ik in mijn hoofd het aantal gepasseerde stations, “nee mevrouw, u moet zeker 5 halter terug”.
Wantrouwend kijkt ze me aan, 5 haltes? weet ik het zeker? Als een andere passagier zich in het gesprek mengt en bevestigd wat ik zojuist beweerde besluit ze me toch maar te geloven. Met een hoop gegiechel tot gevolg. Want oh hemeltje dit was haar nog nooit overkomen. Ik leg nog even uit hoe ze aan de andere kant van het perron kunnen komen, en dan zijn ze weg.
De passagier die zich in het gesprek mengde en ik kletsen nog even na over oude mensen en dingen die voorbij gaan. Toch mooi die oudjes die het allemaal nog zo zelfstandig doen, en dat er dan weleens iets mis gaat, ach dat heeft dan wel weer zijn charme.
Tot wij uiteindelijk ook afscheid van elkaar moeten nemen. Maar een ding weet ik zeker, we hadden ons geen mooier begin van de dag voor kunnen stellen. Alle vermoeidheid en chagrijn verdwijnt als sneeuw voor de zon bij zoveel vertedering.
Als ik de metro uitstap en naar mijn werk loop voel ik me een stukje meer verlicht en zeker heel erg gelukkig. En dat terwijl ik bijna niet meer in mijn boek gelezen had. Misschien heb ik de sleutel naar geluk al gewoon in mezelf zitten.