Sinds kort werk ik ook op de peuterspeelzaal. Alles op de peuterspeelzaal gaat anders dan op de BSO. Ouders zijn niet moe van het werken als ze hun kind komen halen, en verwachten echt een uitgebreide overdracht. Om maar een voorbeeld te noemen. Iets waar ik best even aan moest wennen. Ik ben gewend dat ouders halverwege mijn grappige anekdote over de belevenissen van hun kind weglopen. Of mij niet begrijpend aan kijken omdat ze echt niet snappen wat er nu zo hilarisch is.
Want zeg nu zelf, wat is er nu grappig aan een kind dat met een stalen gezicht zegt dat in de tweede wereldoorlog Frankrijk, Nederland een kopje kleiner wilde maken. En daarin geslaagd is, wat de reden is dat ons landje zo klein is.
Of aan een jongetje dat beweerd dat er een auto is die op zonnen energie werkt, en dat dat echt heel effectief is want het is de snelste auto ter wereld, hij gaat wel 10 km per uur.
Om nog maar te zwijgen over het jongetje die, toen ik hem vroeg of hij ook een zin kon gebruiken bij het vragen om het brood, met veel bombarie riep “Yo yo, juf pase me die brood”.
Ook anders is dat ik nu een overdrachtsdocument moet invullen voor de kinderen die naar de basisschool gaan. Vandaag moest ik dat voor het eerst doen. Dus ik deed er natuurlijk extra mijn best op. Terwijl ik de gegevens van het kindje invul valt mijn oog op de geboortedatum van moeder. Ze is maar een maand ouder dan ik. En wat een verschil zit er tussen onze levens.
Waar zij moeder van twee kinderen is en de rest van haar dagen vult met huisvrouw zijn is mijn huis een grote bende en ren ik van werklocatie naar werklocatie. Ondertussen krijg ik steeds vaker de vraag der vragen. “Zeg, Miss, wanneer ga jij nu eens aan kinderen beginnen?” Voorheen volstond het als ik dat weg wuifde met een vaag ja, ooit, of misschien wel nooit, gebaar. Maar nu ik dertig ben lijkt het alsof mijn omgeving mijn biologisch klok voelt tikken. En kom ik daar niet meer mee weg. “Je zou een leuke moeder zijn, wil je echt geen kinderen.” Het klinkt misschien arrogant, maar ik weet dat ik een leuke moeder zou zijn.
En toch is die druk weg. Toen ik jonger was wilde ik niets liever dan moeder worden. Ik kon me niet voorstellen dat mijn leven compleet zou zijn zonder kinderen. Ik had het al helemaal bedacht, op mijn 25e zou ik een bekende donor zoeken, want kinderen hebben er in mijn ogen recht om te weten wie hun vader en moeder zijn. En dan zou ik samen met mijn toenmalige vriendinnetje een gezinnetje gaan stichten. Ik zag het al helemaal voor me en we hadden regelmatig gesprekken over wie die donor zou kunnen zijn of welke wieg er gebruikt zou gaan worden.
Maar het noodlot sloeg toe, onze liefde bleek toch niet voor eeuwig. En om nu bij elkaar te blijven om die kinderwens in vervulling te zien gaan leek me ook geen goed idee. Bij iedere doos die ik inpakte wist ik dat die kinderen niet meer zouden komen, maar dat ik de goede keus maakte. Nu ik 30 ben sta ik daar nog steeds achter. Het voelt niet als een gemis. Ik ben belangrijk in het leven van zoveel kinderen, die niet biologisch van mij zijn, maar wel aan mijn zorg toevertrouwd worden. Daar haal ik voorlopig genoeg voldoening uit. Misschien verander ik ooit nog eens van gedachten. Misschien moet ik die klok die mijn omgeving schijnt te horen tikken ook horen. Maar misschien, heel misschien is het ook wel goed zo, gewoon zoals het is.