Ik ging dus de deur uit, met mijn jas, mijn hoed en mijn schoenen.
Neelis had het idee om naar het fotomuseum te gaan, maar mij leek het leuker om het Wereldmuseum met een bezoekje te vereren. Er was een tentoonstelling over “Magie van de vrouw”. Een tentoonstelling die vooral ging over weven en voorouders. Geen vreemden voor mij. Maar de symbolen spreken niet tot mij. Ik herken ze niet, weet niet wat ze beteken. En klaag hierover tegen Neelis. Maar Neelis vind dat onzin, natuurlijk versta ik symbolen, weet ik niet wat een blauw duimpje betekend? Of een nooduitgang bordje? Nou dan!
Tot we voor een doek komen waarop symbolen staan die ik wel degelijk herken. Wat is dit westers fluister ik. Maar Neelis wijst op het bordje waarop stond dat het uit Bali komt en in 1880 is gemaakt. Maar, kijk dan, en ik wijs naar een verloren schoentje en een klok die 12 uur slaat, dat is toch Assepoester? Als betoverd blijf ik staan, je bent tenslotte een Sprookjesjuf of je bent het niet. Neelis gaat op onderzoek uit en komt met de catalogus aan, het werk is wel degelijk Europees geïnspireerd en beeld inderdaad Assepoester uit. Helaas heb ik er op internet geen afbeelding of verdere informatie over gevonden.
Als we uit het museum komen drinken we nog wat in de wijnbar. Wat gaan we doen, vraagt Neelis. En ik stel voor om door de maastunnel te lopen. Dat lijkt hem dan weer niets, misschien kunnen we over de Erasmusbrug lopen en dan zo over de Rijnhavenbrug naar Kralingen. En Neelis zou Neelis niet zijn als we dan niet op de SS Rotterdam zouden eindigen. Daar begonnen onze magen zo te knorren dat het tijd werd voor eten in het Nieuw Rotterdams Cafe.
Er zijn geen eiren, geen palmpaastakken, geen hazen, nee zelfs geen ontbijtjes aan te pas gekomen. Maar ik had een eerste paasdag om nooit meer te vergeten.