Wat zijn jouw plannen eigenlijk?!?

Wat zijn jouw plannen voor de koninginnennacht, vragen de meiden op mijn werk aan elkaar. En allemaal vertellen ze honderduit over een feestje hier en een feestje daar. Dan kijken de ogen vragend naar mij. En jij? Wat heb jij voor een plannen?  Even weet ik niet wat ik hiermee aan moet. Ik kan me niet herinneren dat je vroeger voor de nacht al plannen moest hebben. Dat wil zeggen, ik wist wel dat je naar Den Haag kon om daar de Nach te vieren, en dat dat leuk gevonden werd. Maar voor de rest van Nederland begon het gewoon de volgende dag met de vrijmarkt, bier en bandjes.

Ik weet het nog niet zeg ik. Maar eigenlijk weet ik het heel goed, ik heb vandaag een half dagje gewerkt en ik ben kapot. Rond een uurtje of 9 zal ik mijn bed wel induiken om de volgende morgen om een uurtje of half 8 weer wakker te worden. Dan zal ik in mijn bed blijven liggen tot een uur of 1. Ik zal kijken of ik nog iets van een lunch/ontbijt kan fabriceren met wat er in mijn koelkast ligt, en dan zal ik het gezelschap van een vriend opzoeken. Misschien nog even een rondje over de vrijmarkt, of een biertje op een terras. Om vervolgens weer vroeg mijn bed in te duiken. Want zo verlopen mijn dagen tegenwoordig allemaal.

Maar dat is vast het foute antwoord. Ik behoor plannen te hebben, afspraken te maken, te feesten. Het lijkt verdorie wel kerst. Ik MOET iets doen. Of in ieder geval een legitiem verhaal hebben waarom ik niets doe. Want niets doen staat gelijk aan zielig. Alles moeten we steeds grootser aanpakken. Tegenwoordig is met Pasen een ontbijtje met een leuk geverfd eitje ook niet meer genoeg, nee, je moet met je hele familie bij elkaar komen en dan net als met kerst gezellig gaan gourmetten. Dank je feestelijk. Wat is de volgende stap? Gaan we met Pinksteren ook aan een pinksterdiner? En wat zijn eigenlijk jouw plannen voor dodenherdenking? Ja, ik vraag het maar alvast. Voordat jij straks de enige bent die zielig thuis nog niets heeft gepland.

Bloginterview door Mary

Als een leuke Twitterpersoonlijkheid vraagt of ze je mag interviewen zeg je natuurlijk ja! Zeker als er al even leuke Twitterpersoonlijkheden je voor gingen!!! Zelf speelde ik ook al even met het idee mensen te interviewen voor een blogrubriek. Ik mis het interviewen dat ik voor het blaadje van mijn werk deed namelijk best wel een beetje. Misschien komt dat nog, als er zich leuke mensen aandienen die een vraaggesprek met mij aan durven. Maar nu eerst het interview van @marysjabbens.


·         Wil jij je even voorstellen?
Ik ben Laura, een meisje van 30. Werkzaam in de kinderopvang en freelance Sprookjesjuf. Ik heb een latrelatie zoals ze dat zo mooi noemen met een muzikant en gitaarleraar uit Amsterdam. Heb een half jaar geleden een huisje gekocht in Rotterdam, want dat is en blijft toch wel mijn stadje!
 
·         Wat is de reden dat je bent gaan bloggen?
Eigenlijk schrijf ik al zolang ik me kan herinneren. Maar met bloggen ben ik niet direct begonnen. Al maakte ik wel een vrij uitgebreid reisverslag toen ik op Kreta werkte in 2004. Via een msn-group hield ik het thuisfront dagelijks op de hoogte van mijn avonturen. Dat werd zo goed ontvangen dat mensen het zelfs uitprinten en aan hun oma’s lieten lezen. Je zou kunnen zeggen dat dat mijn eerste blog stapjes waren, al leefde ik nog enkele jaren in de veronderstelling dat bloggen stom was. Een vriend schreef zonder ons medeweten blogs waarin ik en mijn vrienden met naam en toenaam genoemd werden terwijl wij onze wankele eerste stapjes in de gayscene zette. Dat was voor mij te kwetsbaar. En dat gaf mij een negatief gevoel over bloggen. In 2007 maakte ik een blog aan waar ik wel geteld 1 post op schreef.Wel blogde ik af en toe op Hyves. In 2008 ontdekte ik mijn blog weer terug, mijn relatie met mijn vriendin waarmee ik 4 jaar samenwoonde werd verbroken. Het bloggen was voor mij een uitlaatklep, een nieuw lief, tevens blogger stimuleerde mij om vooral zelf ook meer te gaan schrijven. Dat ben ik sindsdien altijd blijven doen.
  
·         Hoe lang blog jij al?
Officieel op een “echt” blog sinds 2008.
 
·         Hoe vaak blog jij?
Ik heb hele periodes minimaal 5 keer per week geblogt. Alleen in de weekenden mocht ik verlof nemen. Het moeten is er nu wel een beetje van af. Soms schrijf ik 3 blog posts op een dag, soms schrijf ik 3 dagen helemaal geen blogs.
  
·         Heb jij vaste tijden waarop jij je blogs schrijft?
Het was het idee om dat wel te gaan doen, op Zaterdag wilde ik een 30songs post doen. Zondag een 50books. Maandag 30pictures. Dinsdag Miss Artemis geeft 30 weken weg, blogs over duurzaamheid. En donderdag als het woord me aan staat mee doen met de WOT. Maar toen kreeg ik de griep en ging die griep maar niet over. Ik bleek een vitamine d3 gebrek te hebben en daarom steeds zo moe en down te zijn. Mijn hele blog schema viel in duigen. Misschien komt het ooit wel weer. Voor nu is het goed zoals het komt. Hoop dat mijn lezers dat ook vinden. 
 
·         Heb jij altijd een thema of idee waarover je wilt bloggen of komt dat pas als je er voor gaat zitten?
Nee, ik heb niet altijd een thema, soms wil ik gewoon bloggen over een grappige situatie met een van de kinderen van mijn werk. Andere keren wil ik schrijven over iets dat me is overkomen. Soms is er wel een thema waar ik het ineens over wil hebben. Nu zit ik met een berichtje in mijn hoofd dat een vergelijking maakt tussen de periode van Rumspringa die bij mensen uit de Amish gemeenschap heel gebruikelijk is en onze studententijd die daar in mijn opinie veel van weg heeft. Meestal komt het pas als ik er even voor ga zitten, en vaak wordt het totaal anders dan ik van te voren bedacht had. Plots en personages hebben de nijging een loopje met me te te nemen. 
 
·         Blog jij over alles?
Ik blog over bijna alles. Maar meestal pas nadat het verwerkt is. Dat is een soort ongeschreven regel. Als ik me daar niet aan houd word ik vaak wel door mijn omgeving op mijn vingers getikt. 
 
·         Hoe zou jij jouw blogs omschrijven?
 De dagelijkse beslommeringen van een meisje van 30 in de stad? Ik heb werkelijk geen idee. Jullie wel?
 
·        In hoeverre en waarom houd jij rekening met jouw lezers, of doe je dat helemaal niet?
Als ik heel eerlijk ben weet ik niet wie mijn lezers zijn, en iemand die je niet kent, daar kun je ook geen rekening mee houden. Misschien zou ik weten wie mijn lezers waren als ik wel rekening met ze hield. Door op gezette tijden te bloggen bijvoorbeeld. Maar misschien heb ik nu al precies die lezers die bij me passen! 
 
·        Zijn er onderwerpen waarover je wilt schrijven maar het nog niet durft/wil/kan?
 Dingen die privé voelen, daar blog ik niet zo snel over. Zo staat er in mijn blog bio dat ik een heksje ben maar eigenlijk schrijf ik daar nooit over. Ook heb ik op het moment niet een standaard monogame relatie. De goede verstaander zou dat uit mijn blog kunnen halen, maar ik benoem het nooit expliciet. Evenals het feit dat ik ook op vrouwen val niet vanzelfsprekend een onderdeel van mijn blog is. Ik vermijd het ook niet. Maar er is al een hele tijd geen vrouw geweest die lang genoeg in mijn leven was om dat plekje op mijn blog te veroveren. 
 
·        Hoe belangrijk zijn de statistieken voor jou?
Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik helemaal niets met statistieken heb. Maar ook als ik zou zeggen dat ik ze super belangrijk vind. Het is fijn om te weten dat ik tussen de 30 en de 50 trouwe lezers heb. En als ik meer dan 200 lezers op een dag heb vind ik dat echt wel cool. Maar verder doet het me weinig. Daar is mijn blog niet groot genoeg voor. 
 
·        Op wat voor manier en waar, maak je kenbaar dat je een nieuw blog hebt geschreven?
Door het te delen op Twitter en Facebook, verder maak ik niet echt veel reclame. Oh ja op mijn visitekaartje staat mijn blog wel vernoemd!!! 
 
·        Ben je tevreden over jouw site?
Ik zou de lay-out nog weleens onder handen willen nemen. Maar ik ben daar zelf niet zo heel erg handig in. Misschien dat als ik er aandacht aan besteed ik het zo onder de knie heb. Op de een of ander manier vind ik daar de tijd en de rust niet voor. Dus kennelijk ben ik tevreden genoeg met wat ik nu heb. 
 
·        Wat vind je van de reacties van lezers op jouw blog?
Natuurlijk word ik net als iedere blogger blij van reacties. Ik krijg op mijn blog zelf niet zo heel veel reacties. Meestal vertellen mensen op Facebook of Twitter wat ze ervan vonden. Toch zijn er twee dames Anna en Linda die met enige regelmaat reageren. Misschien laat ik het niet altijd merken, maar daar ben ik dus erg blij mee. En nu ik toch de kans heb, Anna, hoe ben jij eigenlijk op mijn blog gekomen? Via de WOT?!?!?
Dank je wel Marry voor dit super leuke initiatief. Ik hoop dat je me weer een klein beetje beter hebt leren kennen. En voor de andere lezers hoop ik dat natuurlijk ook. Mocht er nog iemand een vraag hebben, stel ze gerust! Wie weet krijg je nog antwoord ook!!!! 

p.s bezoek ook de blog van Mary !!! Doen hoor!  

Verdriet

“Jij hebt veel verdriet in je leven”, zegt de handlezer, terwijl hij naar de lijnen in mijn hand staart. Ik ontken dit in alle toonaarden, “nee hoor, hoe kom je daar nu bij, ik verdriet?”. De handlezer vraagt door, en ik vertel dat ik gewoon een heel normaal leven heb, met een normaal portie aan tegenslagen en verdrietige momenten. Ah, zegt hij, je kunt zeker erg goed met tegenslagen om gaan.

Daar moet ik even over nadenken. Visje heeft wel eens geroepen dat hij niet snapt hoe het kan dat ik steeds maar door ga. De scheiding van mijn ouders, het thuisloos geweest zijn, een eigen relatie die op de klippen liep (en nog een, en nog een). Werk dat niet altijd heel erg mee zit. Het contact met mijn vader dat erg minimaal is sinds die scheiding. En ik blijf maar doorgaan alsof niets me raakt. Kennelijk heb je een erg effectieve manier gevonden om met je tegenslagen om te gaan, was zijn conclusie.

Ik heb het geprobeerd hoor, zeker na mijn eerste relatie die verbroken werd, vier jaar hadden we lief en leed gedeeld en samengewoond, zij en ik. Het was alsof we samen een schilderij aan het maken waren en na overleg met elkaar steeds stiekem over de afbeelding heen schilderde zodat hij beter in de smaak zou vallen bij de ander. Alleen deden we dat dus allebei, waardoor het nog steeds geen geheel werd. En wij steeds verder van onszelf en elkaar af kwamen te staan. Toen dacht ik, oké, nu ga ik dus in een gat vallen. Mijn identiteit heb ik totaal opgehangen aan haar. Dus als zij er niet is, wie ben ik dan nog? Nou daar kwam ik snel genoeg achter, een super leuke meid, die voor haar een heleboel leuke hobby’s had, waar ik nauwelijks aan toegekomen was met haar. Dat gat kwam dus niet, ik ging gewoon verder waar ik gebleven was voordat ik wist dat zij bestond. Ik hervond mezelf sneller dan ik dacht.

Maar misschien blijven er na al die gebeurtenissen waarna ik mezelf snel weer herpak toch wel kleine restjes verdriet achter, dacht ik. Omdat die handlezer dat dus meende te zien. Misschien moet ik verdriet eens tot thema in mijn leven uitroepen, en zien wat er dan gebeurt. Misschien stop ik het ook altijd wel veel te snel weg om vooral maar over te gaan tot de orde van de dag.

Nou dat heb ik geweten!!! Al een week lang snif en snotter ik wat af. Doordat ik met een griepje op bed lag, maar ook omdat ik dat verdriet toestond. Ondertussen schreef ik brieven over wat ik lastig vind op mijn werk. Over hoe mijn wenscontact met mijn vader eruit ziet. Over de nieuwe (nu ja niet zo heel erg nieuwe) liefde. Verrassend genoeg voelt het helemaal niet als een gat. Maar meer als iets dat ik gewoon even moet verwerken, met een beetje hulp en de juiste tools, en dan kan ik weer overgaan op de orde van de dag. That eassy!

Verliefd op de droom


“Ik heb je net zolang gedroomd totdat je waar was”, fluisterde hij in mijn oor. En ik keek onwennig weg. Hoewel ik er van overtuigd ben, dat wie wil dat zijn dromen werkelijkheid worden alleen zijn ogen hoeft te openen, was ik toch liever niet die vleesgeworden droom. Bovendien wist ik dat het niet waar was, in zijn droom had ik een cm of 30 langer geweest, en was mijn beroep iets in een kantoor, mijn kledingstijl net iets minder alternatief, maar wel dat creatieve, dat culturele sausje. In mijn droom was hij vooral een vrouw geweest. Maar wel dat reislustige, dat literaire, vegetarische, culturele en bovenal iemand om samen mee weg te kunnen dromen. 
Want dat konden we, dromen! Dromen over opleidingen die we vervolgens niet afmaakten, dromen over boeken die wel in onze hoofden zaten maar die we nooit schreven. Dromen over levens die zo anders waren dan die van onszelf. Dromen over huizen en hoe die in te richten. Dromen over huisdieren. Dromen over kinderen, of nee, toch maar niet. Dromen over muziek die wij componeren zouden. Dromen over dromen. En hoe wij nooit onze ogen open zouden doen, want dromen is veel leuker. 
Soms dan begon een van ons voorzichtig aan een droom. Meestal ik. Maar bleef dan veilig dicht bij de kant van het water, nooit eens die sprong in het diepe, nooit eens een flinke aanloop nemen en gewoon gaan. Om met de hoedenmaker uit Alice in wonderland te speken “i lost my muchnes”. Want vroeger toen ik nog jonger was toen kwamen dromen aan de lopende band uit, ik droomde dagelijks 7 onmogelijke dingen, nog voor het ontbijt. Toen figureerde ik in films, verschenen verhalen van mijn hand zomaar in boeken en werkte ik ineens in het buitenland. Dingen over kwamen mij, omdat ik erin geloofde. Ik moet mijn muchnes weer terug vinden. Ik moet weer leren geloven in sprookjes en dagelijks, nog voor het ontbijt 7 onmogelijke dingen gedroomd hebben! Ik moet weer een droom vinden waar ik heftig verliefd op kan worden, en zoals de Engelse dat zo mooi zeggen, in liefde vallen (falling in love) vol overgave en vertrouwen.

De rode draad kwijt


Gisteren had ik met een aantal bloggers een gesprekje over de rode draad van je blog.
Ik heb geen rode draad, riep ik grappend. En meteen werd ik bevestigd, ik lees je wel trouw iedere keer, maar ik heb geen idee waar je nu over blogt. 
Hoewel het waar is en ik me heel goed kan voorstellen dat men niet weet waar ik over blog,was dat toch even een AU! Momentje. En echt, ik weet het, het is mijn eigen schuld, dan ben ik weer een weekje groen, dan wind ik me op over allerlei misstanden in de wereld, of meer specifiek in mijn wereld, om een volgende keer weer een stukje te schrijven over een geweldig liedje of een prachtig boek. Er zijn zeker wel thema’s in te herkennen, zoals duurzaamheid, boeken en muziek. Soms zie je mij worstelen met mijn werk of hoe ik in het leven moet staan. De goede verstaander (of lezer van mijn vorige blog) zal er af en toe een stukje polyamorie in herkennen. Maar een rode draad? Een alles overkoepelend thema? Dat ontbreekt. 
Eigenlijk is dat niet zo gek. In mijn leven mis ik die rode draad ook. Meer dan eens ben ik opnieuw begonnen. Een nieuw huis, een nieuwe partner, een nieuwe baan, maar altijd in het veilige. Nooit eens echt het roer om. In September heb ik daar een kleine verandering in gemaakt. Ik heb een huis gekocht, in mijn eentje. Helemaal niet veilig. De Gitarist die tijdelijk bij mij logeerde en dat tijdelijk steeds wist te rekken verzocht ik om zelf weer een onderkomen te zoeken. Dood eng! Huisgenoot moest ook maar even met zijn eigen ellende dealen.  Ik had ruimte nodig en die heb ik gekocht. Mijn mini paleisje. 
Vervolgens deed ik wat ik altijd deed. Wachten tot alles vanzelf beter zou gaan. Maar nu ik met griep op bed lig lijk ik het ineens allemaal heel helder te zien. Mijn rode draad is het gebrek aan rode draad. En als die draad er toch blijkt te zijn zit hij heftig in de knoop. Het word tijd om de knopen te ontwarren. Om mezelf opnieuw uit te vinden. Om niet langer te dromen, maar mijn ogen te openen, en de handen uit de mouwen te steken. Ik hou van mijn baan, van de kinderen met hun vrolijke verhalen. Maar niet van de omstandigheden waaronder ik moet werken. Van mijn gatenkaasrooster. (ik werk nu een peuterspeelzaal dienst van half 9 tot half 12 heb dan pauze tot kwart voor drie en moet vervolgens weer tot half 7 werken) Het sloopt me, maakt me kapot, zorgt dat ik nergens meer energie voor heb en opzie tegen maandagen. Dat past niet bij mij. Ik hou van werken, heb altijd een hiep hoi ik mag weer gevoel gehad.
Niet een heel handig inzicht in tijden van recessie. De banen liggen nu eenmaal niet voor het oprapen. Maar wil je echt veranderen, echt opnieuw beginnen, moet je eerste een beetje dood gaan. Ik geloof dat ik dat wil, dat dat is wat moet gebeuren.

Foto 3 van 30

Something someone i adore

Nijntje draait in de bioscoop, een goede reden om mijn nichtje van 3 mee te nemen voor haar eerste bioscoop bezoek. Het lijkt er even op dat ons hele plannetje niet door kan gaan. Want mevrouw heeft een beetje overgegeven. Maar even later draagt ze haar mama alweer op dat ze vooral tante Lauwra even moet bellen, dan kunnen we tenminste naar de filmp.

De film heeft een interactief begin, Nijntje vraagt of er al kindjes in de zaal zitten. Nou dat heeft ze geweten. Nichtje lief zit er meteen helemaal in en begint enthousiast te roepen dat ze hier zit, naast mama en tante Lauwra. De ander twee kindjes, het is erg rustig, zijn stukken minder enthousiast. Een rolverdeling die van begin tot het eind zo blijft. Mijn nichtje roept, geeft aanwijzingen en zit er echt helemaal in. Regelmatig roept ze “Oh Knorretje”, en ligt dan helemaal in een deuk, want ze doet Nijntje na. (De rest van de middag blijft ze dit te pas en te onpas doen)

Maar dan doet Nijntje iets stoms. Ze zingt een liedje, maar niet het goede liedje. Nichtje is het er niet mee eens. “Nee hoor, Nijntje, zo moet het niet”, roept ze, en dwars door Nijns nieuwe lied heen begint ze te zingen “Nijntje, lief klein konijntje”. Want dat kan natuurlijk zomaar niet, een nieuw lied. Die malle Nijntje, wat haalt ze zich wel niet in haar hoofd.

Vandaag dus een foto van mijn nichtje in de bioscoop. Want als er iemand adoreble is, dan is het deze kleine meid. Ik hoop nog heel veel van dit soort mooie momenten van eerste keren met haar te mogen delen.

Waar word ik blij van

Op mijn blog over vooruitzichten reageerde Sonja van Broekhuizen dat ik misschien maar eens lijstjes moest maken van wat ik ooit nog eens wil doen. (Als ik genoeg tijd en middelen heb)
Ik antwoorden dat  ik even geen tijd had voor “als ik ooit….” doelen, actie moet er komen! Misschien was haar cursus van drammen naar dromen dan misschien iets voor mij. Aangezien ik een dromer op en top ben klikte ik nieuwsgierig haar link aan.

Daar lees ik dat je deze cursus vooral moet doen als je:

“Ik weet niet waar ik écht blij van word”, tenminste, dat denk ik.
“Wil het wel anders, maar weet niet hoe” gezien al mijn talloze mislukkingen in het verleden.
“Waarom anders doen, het gaat nu best wel aardig” ondanks dat het mij veel energie kost.
“Kan wel ruggesteun gebruiken om mijn dromen te verwezenlijken” anders blijf ik de dingen doen die mij alleen maar energie kosten.

Ja, maar ho eens even, roept er meteen een stemmetje in mijn hoofd. Ik weet heel goed waar ik echt blij van word. In mijn huidige werk als pedagogisch medewerkster word ik blij van de vertrouwensband die ik met ouders en kinderen heb. Ik vind het echt tof als ik het vertrouwen van de kinderen (en ouders) weet te winnen en ze vergeten dat ik de juf ben, maar mij als gelijkwaardig gesprekspartner zien, waar ze bij terecht kunnen met hun angsten, onzekerheden maar ook met vrolijke verhalen en verliefdheden.

Ook geniet ik in deze functie erg van het bedenken van thema’s en vakantie programma’s. Ik vind het een uitdaging om iedere keer weer met iets nieuws en verrassends aan te komen zetten.

Daarnaast wordt ik erg blij van iedere opdracht die ik binnensleep met sprooksjesjuf. Ik geniet er van om verhalen voor te lezen of te vertellen, mee te gaan in de fantasie wereld van de kinderen, heerlijk met ze te kliederen en knutselen, koken, yoga op dramalessen te verzorgen. Ook geniet ik er van mijn samenwerking met Van prinses tot piraat en hoop ik deze verder uit te bereiden. We zouden een goed duo zijn om de kinderhoek van bijvoorbeeld een festival op te leuken, in ons eigen sprookjesdecor. Vol leuke spelletjes, verhalen en Smink. Ik vind het heerlijk om typetjes te spelen en uit te diepen (ook voor grote mensen)

Trainingsacteur lijkt me ook een heel erg gaaf beroep! Denk dat ik daar verschillende vaardigheden in kwijt kan.

In mijn stages en vrijwilligerswerk heb ik altijd erg genoten van het organiseren van (thema) feesten, (thema) cafe’s, bandjes avonden en (mini) festivals. Zeker in Apollo heb ik bijna 2 jaar lang iedere maand 2 a 3 bandjes gehad. Echt een super kick.

En mijn kinderverhaal wat steeds meer vorm aan begint te nemen maakt me natuurlijk ook erg blij. Mensen die ik stukjes heb voorgelezen of laten lezen zijn stuk voor stuk allemaal erg enthousiast.

Wil het anders maar weet niet hoe? Misschien dat dat voor mij op gaat,  maar niet omdat ik dingen die ik in het verleden deed als mislukt beschouw. Ben je gek, misschien is sprookjesjuf nog niet zo ver van de grond als ik graag zou willen. Maar het heeft me kennis laten maken met nieuwe plekken, nieuwe wensen en nieuwe doelgroepen. Had nooit gedacht dat ik zo zou genieten van een groep gehandicapte kinderen bijvoorbeeld. Dat zij geen geld meer hebben om mij te betalen is hooguit jammer, maar zeker geen mislukking!

Misschien dat het dan ligt aan het stukje, dingen doen waar je energie van krijgt, want als je doet wat je leuk vind, gaat het je gemakkelijk af. Iets dat zeker waar is en wat  ik ook heb mogen ervaren. Ik ben dan ook echt wel bereid om dingen anders te doen. In mij bruisen genoeg ideeën en bescheiden dromen. De vraag is eerder welke werkgever zit er op mij te wachten? Welke baan past bij de dingen die ik leuk vind. En bij de dingen waar ik energie van krijg.

Ben ik toch weer een stukje dichterbij dan ik dacht! 

Eerlijkheid duurt het langst

“Welke eigenschap van jezelf was jij nu zo verbaasd over dat mensen die noemde?”, vraagt Visje.

“Uhhhh, ik weet het niet meer” antwoord ik.
“Was het niet iets met eerlijkheid?”
Zelf was ik alweer vergeten dat ik me er zo over verbaasde. Maar gelukkig heb ik Visje die dat soort dingen voor mij onthoud. Eerlijkheid, dat was het geweest. Een eigenschap die anderen mensen als positief ervoeren. Terwijl ze daarna vaak dingen die ik gezegd zou hebben, waar ik me achteraf best een beetje voor schaamde noemde. Die keer dat ik gezegd had dat de kleur van dat truitje niet zo goed bij iemands huid paste bijvoorbeeld. Of toen ik kennelijk gezegd had dat iemand iets misschien op een andere manier aan had kunnen pakken. Om dan nog maar te zwijgen over de keer dat de collega die zwanger was en na haar verlof klaagde over het feit dat ze aangekomen was, wat ik ontkende, tot ze haar jas uit deed, in haar gezicht zag ze er helemaal stralend uit, maar op haar buikje waren de kilo’s erbij toch wel te zien. 
Dingen waarvan ik achteraf denk, oh nee, heb ik dat echt gezegd, ik moet beter op mijn woorden gaan letten. Maar juist die dingen wilde mijn omgeving nu juist graag horen. Ze bleken me er soms zelfs (zonder dat ik het door had) speciaal voor op te bellen. Want Miss Artemis (Laura), nou daar kun je op bouwen, die zegt  echt wat ze ergens van vind, die is tenminste eerlijk. Tja, het zal je maar gezegd worden.