November geefmaand #dag5

Als juf op de peuteropvang en BSO krijg je nogal vaak een mok met daarin thee en een chocolaatje.  Ik heb zelf al meer dan genoeg mokken.  Dus belandde deze cadeautjes steeds in een kastje voor ooit.

Wat ik er dan ooit mee ging doen was me nog niet helemaal duidelijk.  Totdat ik vanmorgen een Geefmaand actie moest verzinnen die niet te veel tijd in beslag mocht nemen en bij voorkeur in de trein kon.

Normaal zouden we met de motor naar de Achterhoek zijn gegaan.  Maar omdat ik nog steeds een beetje gammel ben nemen we de trein.

Ik verzamel alle mokken die ik nog niet heb doorgegeven en vul ze met snoepjes,  suiker en theezakjes.  Onderweg drop ik deze.  De eerste zet ik bij mij in het trappenhuis neer. De tweede op het station.  En de derde in de trein.  Van het trein exemplaar zie ik hoe 2 meisjes het vinden.  Aanvankelijk denken ze dat iemand het vergeten is. Maar dan lezen ze het briefje.  Een van de meiden is vrij sceptisch.  Niet open maken,  er zit vast een bom in roept ze.  Maar het andere meisje ziet er een random act of kindness in en overweegt al mee te doen met de Geefmaand.

Even later zie ik dat ze de Facebookgroep heeft gevonden.  Ben heel benieuwd of ze ook nog geef daden gaat verrichten.

photogrid_1478377533214

 

“November geefmaand #dag5” verder lezen

Bologna de rode

Bologna de rode dankt zijn naam aan de rode dakpannen die voor dit stadje kennelijk nogal typerend zijn. Voor mij als Nederlandse zijn dakpannen natuurlijk rood. Welke kleur moeten ze anders hebben?

DSC_0090

Toch beklimmen we 1 van de torens die Bologna nog rijk is om dit te aanschouwen. Want laten we wel wezen een bovenaanzicht van een stad is altijd leuk, wat de kleur van de daken ook is. Vroeger dachten ze daar ook zo over en bouwde iedereen die het geld er voor had zijn eigen toren als een soort van statussymbool. Laten we het erop houden dat er nog geen i-phones bestonden waarmee men kon patsen.

DSC_0111

Bovenaanzicht van de stad in 1992

Tegenwoordig is de stad ook politiek gezien nogal rood. Het is tenslotte een studentenstad. En waar studenten zijn bruist het nog van links idealisme. Jammer dat zoveel mensen die idealen over boord gooien zodra ze afgestudeerd zijn.

DSC_0085

Veel tijd om daar over na te denken hebben we echter niet, want na nog wat rondgedwaald te hebben door de stad is het weer tijd voor Bologna de dikke. En genieten we weer van een heerlijke maaltijd.

DSC_0100DSC_0114DSC_0102

Nog even wat mooie plaatjes, genieten jullie mee?

 

Bolonga de dikke

Ik ben een weekendje in Bologna. En mijn  nieuwe speeltje, de yoga tab 3, maakt het mogelijk meteen live te bloggen. Hoe cool is dat?

Bologna staat bekend om 3 dingen. Leerde ik thuis achter mijn tabletje al. Hoe handig, dat internet! Vandaag mochten we kennis maken met Bologna de dikke. De stad kreeg deze bijnaam door zijn rijke keuken. Dat komt goed uit want wij zijn uitgehongerd.  Maar zo makkelijk gaat dat nog niet. Er zijn strenge regels over wat je wanneer eet. In principe eet de Italiaan de hele dag door, bij het ontbijt droom je al over de lunch en bij de lunch staat het avond eten al zo goed als klaar. 

DSC_0081

De tussen liggende tijd mag je trouwens ook best met eten vullen. Dus gaan we voor een apretief. We komen in een een soort food loods, waar we bij verschillende kraampjes verschillende hapjes en drankjes kunnen halen. Alex wil ons graag Spritz leren drinken. Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Mijn ogen speurde al naar dit drankje. In Venetië dronk ik het graag. En die traditie zet ik graag voort. We bestellen wat pasta, en het internet heeft geen woord te veel gezegd dit is goddelijk!

DSC_0080

We gaan door naar een andere tent waar ook Hugo op de kaart staat. Wat een feestje. De cocktails zijn aan de prijs, 7 euro per stuk, maar dan krijg je wel meteen toegang tot een approtiefjes hemel. Je mag onbeperkt pakken van allerlei heerlijkheden. Wij willen alles proeven. Maar vergeten dat we ook nog echt moeten eten.

IMG-20160304-WA0011

Inmiddels heb ik een Spritz en een Hugo op en vind ik alles mini schattig! Maar nu begint het echte eten pas. Ik bestel de lekkerste lasagna die ik ooit at. Maar kom niet verder dan halverwege. Ik zit propvol! Als we water willen bestellen roept de Italiaan die zich bij ons groepje voegt ons tot de orde. Wijn! Er moet wijn gedronken. Ik krijg mijn glas niet meer leeg. Het is genoeg geweest. Wat een explosie van smaken!!!

Morgen gaan we maar eens kijken of we Bologna de rode kunnen ontdekken!

 

 

4 december, finally going home

Na het ontbijt worden we door de bus teruggereden naar het vliegveld. Het ziet er naar uit alsof we eindelijk naar huis toe gaan. Mister E kijkt naar vliegtuigen die opstijgen en landen. Romeo en ik geloven het wel, en kletsen wat na over ervaringen die we hadden als we even helemaal alleen waren.

Als we in Eindhoven aankomen is het nog steeds mistig. Ik probeer er een foto van te maken. Leuk voor later, door deze mist had ik uuuuuuuren vertraging. Maar als ik de foto gemaakt heb vind ik het eigenlijk helemaal niet meer zo leuk.

We stappen de trein uit en lopen naar onze huizen. Maar eerst lopen we nog even het pop-up museumpje binnen, iets over echte Rotterdammers.  Of we ook op de foto willen met een gevatte opmerking op een bordje over wat dat dan wel niet is, een echte Rotterdammer. Onze hoofden zitten vol. En we zien er niet uit. We willen niet.

Dan loopt Mister E terug, “Echte Rotterdammers eten geen bieten maar kroten” roept hij. En hij laat zichzelf fotograferen. Kennelijk ben ik zo’n echte Rotterdammer dat het niet in me opgekomen was dat in de rest van het land niemand ooit krootjes eet. Ik ben thuis! Dat weet ik nu zeker.

3 December, de terugreis

Onze laatste vakantiedag. Een dag van opruimen en schoonmaken, inpakken en afscheid nemen. Dag mooi lief land, ik mis je nu al, fluister ik. Er rolt een traan over mijn wang. Ik wil nog niet weg. Mag ik niet nog heel eventjes blijven? Moet ik echt weer terug naar het leven van alle dag?

Voor een laatste keer loop ik door het huisje, ik kijk uit het raam, geniet van het uitzicht, de bergen. Dan moeten we gaan. Kussen in de lucht.

We brengen onze laatste uurtjes in Carcassonne door, nu met daglicht en een mildere temperatuur. Ik probeer nog aan een Katarenkruis te komen voor om mijn nek. Vroeger in een vorig leven had ik zoiets gehad, maar toen de relatie uit ging had ik mijn ketting terug moeten geven. Mijn missie mislukt. En misschien is dat maar goed ook. Ik moet niet te veel blijven hangen in het verleden. Laat haar gelukkig zijn met het kruis dat meer van mij dan van haar is.

Als we iedere steen drie keer hebben bekeken pakken we de auto naar het vliegveld. We checken in en nemen plaats in iets dat nog het meest lijkt op een kantine. Een sportvliegtuigje land, stijgt weer op, land, stijgt weer op om vervolgens weer te landen. Van ons vliegtuig is geen teken. Een helikopter land, wij spelen kaart, de helikopter stijgt weer op. Nog steeds geen vliegtuig. Ik eet een bord patat. We spelen nog meer kaart, nog altijd geen vliegtuig.

Er wordt iets omgeroepen, de veertigers kijken op hun i-pads, het vliegtuig is nog niet vertrokken uit Eindhoven zeggen ze. Iets met mist. Het vliegtuig had hier al moeten zijn. Dus spelen we nog meer kaart. Ik maak verbinding met internet via mijn smartphone en vertel dat ik voorlopig nog niet thuis kom. We zitten vast op het vliegveld. Maar we hebben het warm en we spelen kaart. Ik probeer een zelfportret te maken, van mij op het vliegveld.


Ineens veranderd er iets, er komt een bus. De bus brengt ons naar een hotel, we blijven nog een nachtje. Ik voel me raar, ik wil niet in dit hotel, maar ik wil ook niet naar huis. We eten wat, we spelen kaart, drinken een drankje en kletsen wat met mensen die in hetzelfde schuitje zitten als wij. Ik weet nu alles van een huis kopen in deze omgeving. Uitzicht betaal je met graden. Hoe mooier het uitzicht hoe kouder. Je wilt afgelegen zitten maar niet alleen, je hebt je buren nodig, zorg dus dat je ze net kunt zien. Dat soort nuttige tips. We nemen afscheid. Morgen zien we elkaar wel weer, bij het ontbijt.

Ik lig alleen in mijn kamer na te denken. Waarom wil dit land mij zo graag hier houden. Wat is de les die ik nog moet leren? En waarom voelt het zo persoonlijk?

2 december 2013, het magische woud

Steeds als ik denk dat ik nu alles wel gezien heb, dat ik me nergens meer over zal verwonderen, dat het hoogtepunt van de vakantie nu toch echt geweest is, dat ik nu wel weet waarom ik hier ben en wat ik hier te zoeken heb komt er weer een ervaring die alle vorige ervaringen vervaagd.

Je staat op de top van de Cardou en denkt dit is zo mooi, mooier dan dit kan niet. Maar dan vliegt er een adelaar voorbij en weet je dat het toch nog mooier kon.

Je staat in Rennes ‘l Chateau, je voelt de Maria Magdalena energie, en geloofd heel even spontaan in heilige gralen die ook jij kunt vinden. Fantastisch.

We bezoeken meer kastelen op 1 dag dan menigeen in zijn hele leven. Je voelt hoe de energie in al die kastelen anders is. Soms heel vrouwelijk en gemoedelijk, soms heel mannelijk, stoer, een bijna tastbare strijd.

Het kerstmarktje in het fort, de duivelsstoel, de uren lange wandelingen , iedere keer dacht ik weer ja, dit is het! Van de wandeling van vandaag had ik dan ook eigenlijk geen verwachtingen meer. Het magische bos wordt het genoemd. En ik zag zo’n kabouterpad voor me dat we in Nederland graag voor kinderen uit zetten. Je weet wel, met van die tuinkabouters her en der verspreid. Grappig, maar niet echt magisch.

Wat zat ik ernaast. Vanaf de eerste stap die ik in het woud zette voelde, zag, hoorde en rook ik de magie. Die schilder uit Rennes les Bains is hier vast ook geweest, en heeft die groene mannen, elfen, nimfen en bewoners van het kleine volkje hier vast ontmoet en ze daarna in een regenboogjasje gestoken. Als je hier bent is dat geen fantasie meer, maar echter dan echt. Ik sta als een razende foto’s te maken en loop constant achter op de rest. Ik wil niets missen, alles vastleggen, maar ook niet vergeten te genieten van het moment. Bij iedere foto die ik maak realiseer ik me dat het nooit zo mooi wordt als in het echt.Dat ik mensen nooit kan laten mee maken wat ik hier mee maak. Dan ineens sta ik oog in oog met een stok die mij de doorgang versperd. Ik vind dat gek want Romeo en Mister E zijn hier al langs gelopen? Stond die stok er toen nog niet? Waarom hebben zij die hier laten staan? Zou hij hier voor mij staan? Durf ik hem op te pakken? Ik twijfel serieus. Straks beland ik ineens in een soort onderwereld net als in Pan’s labyrint. En moet ik een onmogelijke opdracht vervullen omdat ik de stok pakte. Ik maan mezelf weer terug in de echte wereld. In de echte wereld gebeuren dat soort dingen niet. Pak die stok nu maar gewoon. Op het moment dat ik de stok aanraak zie ik runen voor me, die verborgen zitten in de stok en er graag uit willen.

Ik gebruik de stok mijn verdere tocht als wandelstok. Bij het eind van het pad zal ik hem achterlaten, net zoals ik vroeger als kind deed. Maar Romeo spoort me aan de stok mee te nemen. Ik voel me een ondeugend kind. Je wandelstok mee nemen, dat mag toch helemaal niet? Maar toch laad ik de stok in in de auto.

Van alles wat ik hier tot nog toe heb gedaan is dit wel het meest bijzonder. Alleen ben ik even vergeten waar ik nu precies was. Lieve Romeo, als je dit leest, zou je me dan willen vertellen onder welke naam, en in welke plaats ik deze plek terug kan vinden.

1 december 2013 Kataren kijken

Vandaag hebben we ons bezig gehouden met Kataren Kastelen bekijken.

*Chateau de Quiribus- Cucugnan
*Chateau peyrepertuse- Duilac
*De Termes- Termes
*Villerouge- Termenes

Vooral in Termes had ik een mooie ervaring. Ik was op de restanten van een altaar geklommen van een kerkje gewijd aan Maria. En weer voelde ik die goddelijke energie. Ik begon te praten tegen dit goddelijke wezen. Dat ik haar niet kende, maar dat ik wel open stond voor haar, wie ze ook is. Dat ik strakjes ingewijd ga worden als Priesteres van de Godin, en dat haar dienen dan vast tot mijn takenpakket behoort.

Misschien lijd ik aan wanen, maar ik heb het gevoel dat ik antwoord krijg. Ik ben op de goede weg en moet mijn hart volgen. Dan neem ik afscheid. Ik moet Romeo en Mister E gaan zoeken die nog ergens in deze ruïne ronddwalen, en mij vast missen. (tenzij ze me gehoord hebben natuurlijk, dan heb ik mezelf waarschijnlijk onsterfelijk belachelijk gemaakt)

Ik verbaas me dat de godin nu al twee dagen achter elkaar “contact” maakt. Kennelijk heeft ze wat voor mij in petto.

Als ik mijn reisgenoten weer terug vind vraagt Mister E me uit over dat mysterieuze dagboekje van mij. Wat schrijf ik daar precies in op? Schrijf ik over de oranje klei? En over de duiven? Ik ontken dat ik dat doe (en voeg die elementen daarom wel toe aan de getypte versie). Nee ik schrijf vooral de namen op van de plaatsen en de dingen, opdat ik ze niet vergeet. Dat ik de sneeuw, de duiven of de klei vergeet daar ben ik niet bang voor, ze zit nog op al mijn kleren (die inmiddels wel weer fris gewassen zijn). Maar hoe kan ik de weg hierheen ooit terug vinden als ik de namen van de plaatsen niet opschrijf? Mijn hoofd heeft daar geen geheugen voor. Dus schrijf ik zo precies mogelijk op waar ik was en wat de mystieke eigenschappen zijn die andere of ik zelf aan ze gegeven heb. Ik schrijf mijn ontmoetingen met de Godin op, die vele gezichten en vele namen heeft en zich hier steeds aan mij openbaart met gezichten en namen die ik niet ken.

Bij Chateau Termes sterf ik bijna een aanstellerige dood. De richels waar we langs omhoog klimmen zijn zo stijl, en de schemering slaat al toe. De heenweg gaat nog, maar strakjes de terugweg? In het donker? Een misstap en het is exit Laura, dat realiseer ik me maar al te goed. Ik klamp me vast aan een bosje en roep dat ik niet verder meer ga, dat we terug moeten, en dat we niet veel tijd meer hebben. Of iets van die strekking. De heren zijn geduldig en halen me over die drie meter die ik nog moet toch naar boven te gaan. Ik was al een de terugweg begonnen voor de zekerheid, maar laat me over halen. In drie seconde kom ik bij van mijn prestatie, geniet ik van het uitzicht en maak ik me op voor de terugweg. Want helemaal gek was ik niet. We hebben nog maar weinig tijd. In het donker wil je hier niet zijn. En dat komt echt niet door de spookverhalen over geesten van kataren die hier nog steeds op hun paarden rond zouden rijden. Dit is gewoon geen plek waar je in het ravijn wil storten.

Beneden aangekomen, natuurlijk zonder kleerscheuren vind ik mezelf de grootste aanstellen ooit. Kennelijk is het soms nodig om een aansteller te zijn.

30 november 2013

De gebeurtenissen volgen elkaar zo snel op, en er is zoveel te zien dat ik bang ben dat ik de helft zal vergeten. Nu ja, dat is dan maar zo. Vandaag zijn we naar Perpigran gereden en hebben we de volgende plekken bekeken.

*Palais des Rois de Majouque
* Chapelle Notre-Dame des Angus
*Cathedrale St-Jean/ St Jean le Vieux/ Santo

Daarna rijden we door naar Collioure, een plaatsje aan de kust dat Mister E graag wil bezichtigen. Ik loop er niet direct warm voor, vind eigenlijk alles best. Ook omdat ik zelf niet kan rijden en me dus steeds maar laat rijden. Ik weet dat ze het graag doen. Maar toch voelt dat evenwicht een beetje verstoord.

Ik ben daarom extra verrast door de schoonheid van de kust die mij weet te raken. Eigenlijk iedere keer weer, realiseer ik me nu.Misschien juist omdat ik niet zo’n zon, zee strand mens ben. Ik vind een strand leeg, in het najaar, eigenlijk op zijn mooist. Nu dus! En omdat ik dat iedere keer vergeet lijkt het me iedere keer weer een beetje meer te raken. Iedere keer ben ik weer verrast.

We bezoeken Chateau Royal, een Tempeliers kasteel waar toevallig een kerstmarkt gehouden word. En weer wordt ik geraakt. Ik voel me als een kind zo gelukkig. Al die bedrijvigheid maakt me vrolijk en verdrietig tegelijk. Ik loop met mijn zakje kastanjes en een glaasje glühwein tussen kamelen en wijzen uit het oosten. En even weet ik heel zeker dat ik voor dit leven gemaakt ben. Beetje rondreizen, schminken, kinderen vermaken, heksen, verhalen vertellen. Ik vind mijn werk WEL leuk. Ik zie het aan de vertedering die ik voel bij al die vrolijke kindersnoetjes. En natuurlijk dat ik Sprookjesjuf leuk vind wist ik al, maar over mijn werk als pedagogisch medewerker twijfel ik soms.

Daarna lopen we langs de kust en bekijken we Notre-Dame Des Angelus. Magische mooi. Ik voelt dat er iets is. Ik wil het zelfs wel goddelijk noemen. Maar ik kan er niet de vinger opleggen. Het is niet de Artemis energie die ik zo gewend ben. Het is mij onbekend en toch verwelkom ik haar. Ik doe de groet die we op de Godinnencursus geleerd hebben.

Romeo zegt later dat ik hier misschien mijn watergodin gevonden. Een donkere watergodin. Misschien heeft hij gelijk.

29 November 2013, Rennes ‘l Chateau

We wandelen vandaag naar Rennes ‘l Chateau. Hier heeft zich in 1885 een geestelijke gevestigd, Abe Sauniere. Hij renoveerde de plaatselijke kerk en was daarna ineens heel erg rijk. Rijk genoeg in ieder geval om buitenissige gebouwen te laten bouwen. Hoe kwam hij aan dat geld? Vond hij een schat? Onthulde hij een geheim? Er zijn mensen die geloven dat hij bewijzen vond dat Maria Magadalena en Jezus Christus met elkaar getrouwd zouden zijn en samen kinderen kregen. In de roman “de Davinci code” van Dan Brown wordt hier een geromantiseerde versie van weer gegeven.  De reden dat deze plek veel graal toeristen aan trekt. Ook als wij er zijn horen we enkele toeristen het verhaal van de graal vertellen.

Het kerkje dat voor al deze opschudding zorgt is opmerkelijk klein. Het kerkje is geweijd aan Maria Magdalena. Tijdens de befaamde restauratie werkzaamheden zou Sauniere de schatten gevonden hebben onder het altaar. Ook zonder schatten is het een eigenaardig kerkje.

Alleen al door de vreemde teksten die her en der in en op de kerk te vinden zijn. Ik houd het even bij de Nederlandse vertalingen. De oorspronkelijke teksten zijn in het Latijn.

Door dit teken zult gij (het) overwinnen.
(dit staat bij een beeld waar 4 vrouwfiguren een kruisslaan)

Dit is een huis van god en de poort des hemels
(oke niet heel raar voor een kerk)

Het licht in de hemel
(kan ik me ook nog wel iets bij voorstellen)

Maar dan komt het:
Deze plek is verschrikkelijk
(uhhh oke, en bedankt voor het warme welkom)

Mijn huis zou gebedshuis genoemd worden

Ik heb verachting voor het koninkrijk van deze wereld gehad, en alle tijdelijke versieringen. Wegens mijn heer Jezus Christus, wie ik zag, van wie ik hield, in wie ik geloofde en die ik vereerde.

Eenmaal binnen wordt je begroet door een duivel die het wijwater draagt. Deze is in een zittende positie uitgebeeld die weer een link zou kunnen hebben naar de duivelsstoel waar ik gisteren nog in zat. Hij zou perfect passen.

Bij het altaar staan Jozef en Maria afgebeeld met allebei een identieke baby. Dit zou kunnen verwijzen naar een legende waarin wordt beweerd dat Jezus een onderdeel van een tweeling zou zijn.

Door al die mysteriën die je hoofd doen duizelen zou je bijna vergeten hoe adembenemend mooi de omgeving eigenlijk is. Maar daar heeft de omgeving iets op gevonden. De wandelroute die we volgen komt uit een oud boekje en blijkt niet meer te kloppen. Daar komen we achter als we al een behoorlijk eindje onderweg zijn. (En oké, ik geef toe, we negeerde een bord dat we niet helemaal begrepen) We moeten dus een behoorlijk eind terug lopen. De omgeving lijkt ons in zijn greep te houden. Misschien wil het ons laten zien dat we te veel in ons hoofd zitten en dat echte magie van buiten naar binnen komt ofzo. Want tot nog toe verdwalen we op iedere wandeling die we hier gemaakt hebben minstens een keer. Ik heb te weinig gegeten en begin dat nu goed te merken. Met iedere stap die we zetten komt er zo’n 10 cm oranje klei onder onze voeten. Op plateau zolen lopen we verder iets dat de terugweg niet echt makkelijker maakt. Maar ik zet door.

Onder het wandelen zie ik visioenen van mezelf met iemand anders waar ik zo te zien verliefd op ben. Ik weet niet of dat betekend dat ik hier al eens geweest ben of dat ik hier nog eens terug ga komen. Het kan natuurlijk ook allebei betekenen, ik weet het niet, plaats en tijd lijken even verre concepten die hier niet bestaan en als ze al wel bestaan er zeker niet toe doen. Ik snap waarom Romeo zo verknocht is aan deze omgeving en waarom hij hier steeds weer terug wil komen. Toen hij in 2007 deze streek bezocht had ik een lichtelijke jaloezie gevoeld. Niet dat ik het hem niet gunde dat hij hier was, maar zo’n soort reis leek me voor mij onbereikbaar ver weg. En echt ik heb in de tussenliggende jaren zelf ook mooie reizen mogen maken, ik was in Mexico, Zweden, Rome (en de golf van Napels), Wales , Londen en  Manchester, maar dit voelt anders. Deze omgeving roept me al zo lang. En ik ben dankbaar dat ik hier ben. Dankbaar dat Romeo en Mister E mij mee nemen. Dankbaar dat ik het nu ook met eigen ogen mag zien.

28 nov 2013 naar de top van de Cardou (en terug)

We hebben de top van de Cardou beklommen. Er gaan verhalen in de ronde dat de Ark van Noach hier gestrand zou zijn. Nu heb ik zelf altijd geleerd dat de Ark gestrand zou zijn op de Ararat, en ik vind het lastig daar van af te stappen. Eigenlijk dacht ik dat iedereen alleen het verhaal van de Ararat kende. Als er twee volkeren een oorlog kunnen voeren om een berg dan zou je zeggen dat er een kern van waarheid in zou moeten zitten.


Er zijn ook mensen die beweren dat er een kopie van de tempel van Salomo in de Cardou zit. Een boel mooie verhalen waarvan ik me levendig kan voorstellen dat je ze verzint of zelfs geloofd als je hier bent. Deze plek doet iets met je. Ik snap zo goed dat je dat buiten je zelf wilt plaatsen en met iedereen wilt delen. Daar een gemeenschappelijke ervaring van wilt maken. Toch hou ik het zelf maar even op mijn eigen waarnemingen en ervaringen. 

De klim naar boven van zo’n 750 km hoogte (correct me if i’m wrong, ik heb geen hoogtekaart naast me liggen) wordt gemarkeerd met een geel/blauwe wandelroute. Ik kan u aanraden om die route te volgen en er niet van af te wijken. Ook niet om een of andere oude mijn te gaan bekijken. Wij hebben mogen ervaren dat andere paden lastiger begaanbaar waren. Als je de klim gemaakt hebt wordt je getrakteerd op een bijzonder mooi uitzicht. Je kunt de Pyrieneen  zien maar ook Rennes ‘l Chatteau, en eigenlijk alles wat je in de wijde omtrek kunt bedenken dat je zou kunnen zien. (nu hadden wij geluk met extreem helder weer) Nog een beetje hoger vinden we een steencirkel die is neergelegd in een prefect Keltischkruis. Dit wordt duidelijk door iemand als krachtplek gebruikt. En ik kan die persoon geen ongelijk geven. Het is even een klim, vanaf het dorpje waarvan wij vertrokken 1,5 uur lopen, maar dan ben je wel op een plek die zo mooi is, en waar je niet eens fantasie nodig hebt om de energie te voelen. Ik kan me niet voorstellen dat er mensen zijn die op toppen van bergen als deze hebben gestaan en dan nog steeds in geen enkele vorm van spiritualiteit geloven. Vinden zij het uitzicht alleen maar mooi? Voelen ze dan helemaal niets? Of geven ze er andere woorden aan? 

Ik kreeg in ieder geval spontaan zin in uren lange meditatie en het uitvoeren van rituelen. Maar het was inmiddels zo koud dat lang mediteren er niet in zat. Wel heb ik even een snelle shapeshift met een grote roofvogel, vermoedelijk een Arend (Adelaar) die boven onze hoofden bleef rond cirkelen. Later als ik thuis ben ben ik zeker van plan om tijdens een trance of visualisatie terug te gaan naar deze plek en mijn reis met de Arend af te maken. 

Daarna zijn we doorgereden naar Rennes le Bains. Een gemeente die vooral wordt aangetrokken door hippies. Wij komen terecht in een cafeetje waar de eigenaar schilderijen maakt in vrolijke regenboogglitter kleurtjes. Overal waar je kunt kijken staan nymfen, groene mannen en andere mythologische figuren afgebeeld in een regenboogdecor. Wij wenste vurig dat hij kleinere schilderijen maakte zodat we er een mee konden nemen. Nu zouden de kosten van het vervoeren waarschijnlijk hoger zijn dan de prijs van het schilderij zelf.

Vanaf hier wandelen we naar le Fateuil du Diable. Of zou het toch de troon van Isis zijn, zoals iemand op het bordje heeft geschreven. In deze omgeving ben je geneigd te geloven dat alles omgeven is door vrouwelijke energieën. Romeo heeft niets te veel gezegd. Inmiddels leer ik van vrienden op Facebook dat het symbool voor Isis en voor troon hetzelfde is. Isis is dan ook een Godin die met een troon op haar hoofd wordt afgebeeld. Dus het is niet heel gek dat mensen een stoel/troon aan haar linken. De link naar de duivel snap ik zelf ook heel goed. In de zetel gezeten kijk je uit over de vallei. Als je de vallei als onderwereld ziet zou het dus kunnen dat het een troon is die de onderwereld overziet. Er zijn ook mensen die geloven dat de troon daar staat om iets te bewaken dat erachter ligt. En dat je eerst “de Duivel” moet passeren voordat je daarbij kunt komen.

We zullen er waarschijnlijk nooit achter komen waar de stoel voor gediend heeft. Feit is dat er nu vooral hippies op af komen die lintjes met wensintenties in de bomen hangen. En dat de sfeer daardoor heel magisch en sereen is.