Soms dan heb je van die dagen dat je het ineens gehad hebt met alle troepjes en rommeltjes om je heen. Vandaag had ik zo’n dag. Alles moest weg. En dan vooral de enorme puinhopen op mijn bureau. Dus werd er een grote tas gepakt en werd er geruimd. Ik bedoel als ik dan een keer zo’n bui heb profiteer ik er maar direct van. Voor ik het weet waait het weer over.
En nu ik toch bezig was konden de cd’s ook wel ergens anders staan. En dat ene kastje kon ik net zo goed even in elkaar zetten. Zodat de verfjes en kleitjes daarin opgeborgen konden worden.
Na een uurtje ruimen was dit het resultaat. En weet ik zeker dat ik de komende weken meer van dit soort uurtjes in ga plannen.
Ruud was liever Twitter dan Facebook
Ruud was Frits dinsdag (tot in Den treuren aan toe)
Ruud was #sixworthstorry
Ruud was Lunetten
Ruud was een brombeer, maar wel de onze
Ruud was Ellen
Ruud was Emily Autumn
Ruud was een troostende schouder (ook als hij die zelf nog veel meer nodig had)
Ruud was nog steeds een beetje Rotterdammer
Ruud was
En dat is klote!
Ruud was, zoveel is duidelijk. Maar nu moet ik gaan nadenken wie ik was. In het leven van Ruud. Was ik bij de inner circle?
Als je het Ruud gevraagd had zou hij ja gezegd hebben. Al vond hij het wel irritant dat we elkaar nooit ontmoete. De tijden die hij voorstelde waren altijd nogal lastig door mijn werk, tot half 7. En als ik in de buurt was, was hij er weer niet.
Dus van die ontmoeting kwam het niet. Wat maakt dan dat je tot een cirkel behoort? Een van de 78 mensen in zijn blogroll zijn? De herkenning en erkenning bij elkaar? Het feit dat ik soms alleen voor hem iets op Twitter zei, omdat ik wist dat hij dat waardeerde. Ongeacht wat ik zei?
Hoe kun je bij iemand met zo’n groot hart nu bepalen wat je bent? Wij waren #blogpraat offtopic ouwehoerders. Wij waren altijd online en misschien moet dat zo blijven. Maar met die andere #blogpraters voel ik me ook zo ontzettend verbonden. Ik wil ze steunen. Laten weten dat ik aan ze denk. Dat ik dezelfde leegte voel.
Want wat Ruud ook was, Ruud is nu vooral de grote afwezige, een leegte op het Twitter feestje. Godverdomme man ik ga je missen.
Ik neem me steeds voor weer te gaan bloggen. En in mijn hoofd heb ik dan lijstjes met onderwerpen waar ik het over wil gaan hebben. Zoals de rots en water cursus die ik volgde, waar ik erg enthousiast over ben. Rots en water is een psychofysieke weerbaarheidstraining. En ik ben daar nu trainer in. Om dat te vieren mocht ik een plankje doorslaan. Toen ik begon dacht ik, dat lukt me nooit. Maar we werden er doorheen gepraat, en het lukte me wel! Hoe cool! Als ik dat kan, dan is er vast nog veel meer dat ik ook kan.
Ondertussen was ik bezig met ‘The artist way’ , een soort van zelfhulpboek, over creatieve blokkades en zo. Ik stortte me er volledig in. En ik veranderde. Maar die veranderingen waren niet allemaal even positief. Want niet iedereen verandert mee. Of misschien wilde ik wel niet dat mensen voor mij zouden veranderen. En zelf lukte het me ook niet meer om die oude ik te worden. Weer terug te veranderen in wie ik was voor dat boek. Ik was gegroeid. En moest afscheid nemen van een deel van het leven dat me zo vertrouwd was.
Bij groeien hoort ook pijn. En die pijn kwam. Met ontstoken neusholte, verkoudheden die eeuwig leken te duren, en griep die weken bleef sudderen. En toen ik eindelijk weer opgeknapt was in alle hevigheid terug kwam. Niets hield ik binnen. En om mij heen veranderde de wereld. Waar eerst voortdurend strijd en onbegrip was was nu zorgzaamheid, en begrip. Ik huilde maar dompelde me er ook in onder. Want wat is het heerlijk om niet alleen te zorgen maar ook verzorgd te worden. Gek genoeg bleek er een balans nodig te zijn. En dat wat steeds een warme deken was geweest zorgde nu voor strijd en onbegrip. Ik huilde.
En nu zit ik hier en wilde ik een blog schrijven, over een boek dat ik las. Maar verschijnen deze woorden op mijn scherm. Die kennelijk gehoord willen worden. Woorden die willen roepen, Ik ben er weer. De afgelopen maanden waren een achtbaan van intens verdriet en herinneringen om in te lijsten!
Op #blogpraat een wekelijkse twitterchat over bloggen gaat het over de toekomst van bloggen.
Hoe zal bloggen er over 10 jaar uit gaan zien? Zijn er dan nog wel blogs? Of is iedereen aan het vloggen? En ook niet onbelangrijk waar zien wij onszelf over 10 jaar?
Ik denk dat ik over 10 jaar mijn blog anders gebruik dan dat ik 10 jaar geleden deed. 10 jaar geleden hete mijn blog Laura’s Leven en ging mijn blog over alles wat er in dat enerverende leven van mij gebeurde. Ik blogde dagelijks. En had vrij weinig censuur. Natuurlijk hing ik de vuile was niet buiten. Maar ik vond dat ik zo eerlijk mogelijk moest schrijven over alle onderwerpen die me maar te binnen schoten.
Dus schreef ik ook over onzekerheden over bepaalde lichaamsdelen die de meeste mensen nimmer te zien zullen krijgen. Uit de overtuiging dat ik pas een mening mocht hebben over bijvoorbeeld plastische chirurgie als ik eerlijk zou zijn over dingen aan mijn lichaam die ik zelf ook liever anders zag. Ik vond ook dat ik daar een mening over moest hebben. Want ik wilde meisjes en vrouwen emanciperen.
Dat wil ik natuurlijk nog steeds, maar ondertussen ben ik ook gaan vloggen. En maak ik wekelijks filmpjes met knutsels en leuke dingen. De leuke dingen werden steeds vaker verantwoorde dingen omdat ik merkte dat ik invloed had. En ik mijn invloed graag goed wil gebruiken. Ik wil mijn overtuigingen over de wereld en hoe we met de wereld om moeten gaan graag delen. Maaarrrrrrr en nu komt het, mijn vlogs trekken jonge kijkers aan. En jonge kijkers moeten beschermd worden.
Dus kan ik mezelf al voor mijn hoofd slaan als ik in een vlog vertel dat ik weleens in mijn pyjama in de kroeg heb gestaan. Want denk aan je jonge kijkers. En trouwens, wat doet een sprookjesjuf in de kroeg? Die drinken toch alleen maar roze limonade en eten suikerspinnen in de sprookjesspeeltuin?
Bovendien weet ik dat die jonge kijkers heel handig zijn met computers, Veel handiger dan dat ik dat ben. Zij zullen dit blog dus ook wel weten te vinden. Misschien nog niet nu. Maar ooit. En wat is dan het imago dat ik wil hebben? Wat wil ik dan dat ze over me kunnen vinden?
Vragen die ik mezelf nooit stelde, 10 jaar geleden, want ik vond dat iedereen alles van me mocht weten. En schreef uitvoerig over mijn liefdesleven. (dat nooit over rozen gegaan is trouwens, of misschien wel, maar de dorens zijn er iig nooit vanaf gehaald)
Het kon mij allemaal niets schelen, take it or leave it, dit ben ik, en je neemt me maar zoals ik ben.
Maar is dat wel de meest handige strategie? Is het niet handiger bepaalde dingen voor mezelf te houden? Moet ik perse echt zijn op mijn blog? Of mag ik ook semi echt zijn? Mag ik een scheinwereld bouwen waar ik mijn imago zorgvuldig opbouw? Met glitters, en roze wolkjes, regenbogen en dansende eenhoorns?
Ik denk dat ik over 10 jaar dus meer semi echt ben. En minder echt echt. Omdat er steeds meer gevraagd word naar een imago. En steeds minder naar of ik weleens in mijn pyjama in de kroeg heb gestaan of dat ik wel echt echt echt 100% tevreden ben met mijn overigens bijna perfecte lichaam 😛
Lief had een Ukulele liggen, (in mijn berging) dat een cadeautje van een ex was geweest. Hij wilde die niet meer in zijn nieuwe leven. En zijn nieuwe huis. En wilde hem het liefst weg gooien toen ik deze voor hem mee had genomen. Nou, laten we dat maar niet doen. ik weet nog wel wat kinderen die ik er erg blij mee kan maken. Hoppa, ukulele weer terug in de tas en mee naar het werk. Waar de kinderen hem inderdaad weten te waarderen.
De kaarskandelaren die ik ook voor hem mee nam en die hij ooit gekregen had van een vriend vond hij ook niet meer passen in zijn nieuwe huis. Dus hoppa, die gaan met mij mee als cadeautje voor mezelf. Helemaal in mijn kleur (zilver) en stijl)
Dinsdag 10 November
Alweer een makkelijke. Mijn kapper zocht een lang haar model waar hij lekker in mocht knippen en verven. De highlights wilde ik niet perse. Maar goed als geef maand actie neem ik een paar uurtjes vrij en zit ik geduldig een paar uurtjes in de stoel. Mijn haar is daarna korter dan ik gehoopt had. Maar ach dan kan ik tenminste met recht zeggen dat het een geef actie was. Ondertussen speel ik voor luisterend oor voor wat dingetjes die hij even kwijt moet.
’s avonds krijg ik nog een orakel verzoekje en leg ik de kaarten voor iemand. En is er een vriend die ik app die een beetje down blijkt te zijn. We appen wat over en weer, en aan het eind van het gesprek wordt ik bedankt omdat hij zich echt opgevrolijkt voelt door ons gesprekje. Jeeej
Woensdag 11 november
Ben ik uitgenodigd om ergens te komen eten. Ik begin me toch af te vragen of ik nu in een geef of in een ontvang maand terecht ben gekomen. Ik neem de repen chocolade mee die ik in onderstaand filmpje proefde. De gastheer had hier namelijk een opmerking over gemaakt.
Eerder die dag plak ik de spiegels op mijn werkplekken vol met lieve briefjes.
Donderdag 12 November
Vandaag plak ik op een andere werkplek nog meer lieve briefjes op de spiegel. De briefjes zijn inmiddels gevonden en collega’s plaatsen op hun eigen FB pagina’s dat ze er vrolijk van worden.
Ook geef ik mijn spinnen tekening aan een collega voor haar zoontje, die ooit bij mij in de groep zat.
Vrijdag 13 November
Ren ik in mijn pauze even langs een vriendinnetje die net bevallen is van een baby die nogal veel huilt. Vorige week had ik twee potjes suikerscrub gemaakt en ik besluit ondanks dat ik besloten had iedere dag iets anders te geven haar toch maar te gaan verrassen met een scrubje. Bovendien is mijn aanwezigheid, hoe kort ook, toch ook wel een soort cadeautje.
Die avond appt een vriendinnetje, het gaat even niet zo lekker. Dus ik besluit ondanks dat ik best wel moe ben om toch even bij haar langs te gaan. Voor een gezamenlijke maaltijd en wat gezelligheid.
Zaterdag 14 November
Ik ga met mijn lief naar een optreden van de band van zijn bassist. Lief wil graag een rondje geven, maar komt erachter dat zijn budget dat niet helemaal toe laat. Aangezien wij geen gezamenlijke huishouding voeren zijn onze budgetten dus ook gescheiden. Dus ik besluit om dan het rondje maar voor mijn rekening te nemen. Heb ik weer mooi een geef actie.
Zondag 15 November
De geefkoninging herself komt logeren. Ik geef haar dus een logeerplekje. Gezellig. Ik hou van logees.
Maar ik wilde ook een Sprookjesjuf geef actie doen. Dus beplak ik wat waxinelichtjes met glitter tape en een luciferdoosje met andere tapjes. Ik vergat alleen een foto te maken.
Het is weer November geef maand. Vanaf dat het bestaat doe ik er aan mee. Dus ook dit keer. Het idee is dat je iedere dag van de maand November iets geeft aan een ander. Ik wil het me er dit jaar niet te makkelijk van af maken, dus besluit het voor mezelf extra moeilijk te maken. 3 dagen achter elkaar orakelmervrouw spelen mag niet. Nee, ik moet mezelf uitdagen en proberen iedere dag iets nieuws te verzinnen.
1 November
Ik neem spullen mee voor mijn lief die door omstandigheden nog bij mij in de berging liggen. Ook neem ik repen chocolade mee. Want chocolade is eigenlijk altijd goed, helemaal als het Tony Chocolonely is.
2 November
Het kantoor op mijn werk is een donker en saai hok. Ik besluit een plantje te kopen om de boel een beetje op te vrolijken.
3 November Ik heb een cursus/workshop dagje samen met een collega die ik eigenlijk niet zo heel goed ken. Ik wil haar iets geven zodat deze maand niet alleen mijn lief en collega’s profiteren van mijn goedgevigheid. Maar wil het wel binnen de perken houden, want ze moet zich natuurlijk ook niet bezwaard gaan voelen omdat ik haar iets geef. Ik dacht aan een pen, om notities te kunnen maken van hetgeen we zouden gaan leren. Maar loop dan tegen een Flow Weekly aan en weet dat dat mijn cadeautje gaat worden. Je moet die aantekeningen tenslotte ook ergens in maken.
4 November
Morgen ben ik weer een dagje op cursus. Mijn collega’s op de groep gaven al aan dat helemaal niet leuk te vinden. Dus verras ik ze met een cup á soup momentje.
Ook kwam er onverwacht een vriend logeren. Normaal zouden we dan uit eten gaan. Maar nu besloot ik voor ons te koken. Soms worden geef acties je in je schoot geworpen. En ik geef een zelfgemaakt vaasje aan iemand die een lading wc-rollen voor me heeft bewaard.
Donderdag 5 november Een beetje een luie geef actie. Gisteren raakte ik in gesprek met iemand die op zoek is naar coole laarzen. Ik ken iemand die hele coole laarzen heeft dus besluit na te vragen waar hij zijn laarzen heeft gekocht omdat weer door te geven aan de eerste. Na zo’n hele dag cursus ben ik al lang blij dat ik hier nog op kom.
Vrijdag 6 november
Het geven raakt een beetje in het slop. Ook vandaag vind ik het moeilijk om iets te bedenken. Als ik in gesprek met een vriendinnetje ben vraag ik haar of ik haar misschien blij kan maken met een orakel reading, of iets anders. Ze wil wel een reading. Gelukkig maar denk ik. En begin te readen.
Zaterdag 8 november
Hoera, we gaan ergens eten, dan heb ik tenminste weer een nieuw persoon die ik iets kan geven. Ik besluit een suikerscrub te maken voor de gastvrouw (video komt pas woensdag online, nog even geduld dus) en voor de kinderen neem ik hele enge schedelvormige lolly’s mee.
Zondag 9 november
De Gitarist moet naar de oefenruimte, want dat is wat gitaristen nu eenmaal doen. Ik zie hem stuntelen met veel te veel apparaten. Dus stel ik voor om te helpen zijn gitaar naar de tram te tillen. Ik moet er wel een beetje voor omrijden, maar een deel van zijn reis is nu in ieder geval makkelijker.
Die avond zit ik aan de thee in een cafeetje bij mij om de hoek samen met iemand nog zonder passende bijnaam. Aangezien hij de dagen daarvoor steeds drankjes aan bleef bieden betaal ik nu. Het voelt meer als terug betalen dan als geven, maar wordt als geven ontvangen. Ik wou dat ik zo goed kon ontvangen. En besluit meteen dat ik voortaan beter ga ontvangen, omdat ik ervaar dat goed kunnen ontvangen ook een soort cadeautje voor de gever is. En zo sluit ik mijn eerste geef week af met een wijze les. Waarvoor dank.
Ik ben onwijs trots op mezelf. Dat mag ook wel eens gezegd worden.
Trots omdat ik mezelf op Lowlands een hele dag alleen heb vermaakt. (en op geen enkele andere dag zoveel dingen heb gezien als tijdens mijn dagje alleen)
Trots dat ik niet in paniek raakte, maar gewoon mijn festival wist te plannen van optreden naar optreden. Trots dat ik niet verdwaalde. Trots dat ik de tent zomaar terug kon vinden. (want de angst voor verdwalen is bij mij zo ongeveer de grootste reden waarom ik alleen zijn in dit soort situaties zo eng kan vinden)
Trots dat ik nu weet dat ik het heerlijk vind om alleen op een festival rond te kunnen lopen, maar dat ik het delen van een ervaring na een paar uur alleen toch wel begin te missen. Dat ik dat toch ook wel een onderdeel van de festival vreugde vind. Zonder dat dat betekend dat ik niet alleen kan zijn. Want als ik niet alleen kan zijn dan zou mijn leven er wel anders uit gezien hebben.
Ik ben trots op mijn vorderingen in the artist way. (ik geloof dat ik jullie nog niet eens verteld heb dat ik hiermee begonnen ben) Maar de afgelopen 5 weken heb ik dus iedere dag oefeningen gedaan, dagboek pagina’s geschreven en mezelf mee genomen op leuke uitjes om mijn creativiteit terug te vinden. Niet dat ik die kwijt was. Maar het voelde alsof hier aan moest beginnen. NU! En het doet zoveel meer dan creativiteit herstellen. Ik voel dat ik mezelf langzaam aan (weer) een beetje meer op waarde schat. En dat is een moeilijk maar ook een goed proces. Er staan wat dingen op losse schroeven. Ik voel me soms kwetsbaar en dan weer enorm stoer. Maar bovenal ben ik trots!!!
Toen ik in de eerste klas van de middelbare school terug kwam met een rapport met daarop negens, vroeg u mij hoe dat mogelijk was. Bij wijze van grap draaide u mijn rapport om, zodat de negens zessen werden. Daarmee gaf u mij de boodschap dat ik niet goed genoeg was, ik was in uw ogen een zes en zou dat altijd blijven.
Gekwetst ben ik die dag naar huis gegaan. Ik was zo trots geweest, maar dat trotse gevoel werd de grond in getapt. Ik heb nooit meer een voet over de drempel van uw school gezet.
Ik weet dat u er niets aan kon doen. Dat ik in uw ogen een dom meisje was. En hoe hard jullie ook probeerde ik kreeg de tafels van vermenigvuldigen er niet in. Het onderwijs was anders, er was nog zoveel niet bekend over andere methodes, onderwijs op maat. Je moest gewoon mee met de rest een lukte dat je niet, tja dan was je gewoon dom.
Ik schrijf u nu om u te vertellen dat ik na jaren hard werken weet dat ik wel degelijk een negen ben. Nee, ik ben geen directeur van een school geworden. Maar als BSO juf kom ik dagelijks kinderen tegen. Ook kinderen die net als ik niet helemaal mee komen. En kinderen die boven gemiddeld slim zijn. Sommige werken harder voor dat zesje dan anderen voor hun negens. Maar ik zie ze als individu. Ik prijs ze om hun prestaties in sport, hun creativiteit, hun slimme oplossingen, hun muzikaal gehoor. Ik vertel ze hoe gaaf ik het vind dat ze zoveel over dinosauriërs weten, of hoe mooi het gedichtje is dat ze schreven. Hoe goed het is dat ze het kind dat viel troostte. Ik vertel ze dat ze allemaal uniek zijn, en allemaal hun eigen talenten hebben, die ze met vallen en opstaan mogen ontdekken. Dat ze mogen oefenen, niet overal goed in hoeven te zijn, dat ze dingen mogen uitproberen, vandaag en toren mogen bouwen van kapla terwijl ze morgen mogen denken dat ze Picasso zijn. Ik vertel ze dat ze mogen falen, opnieuw mogen proberen, maar ook dat ze trots mogen zijn op dingen die ze in een keer goed kunnen.
Maar bovenal vertel ik ze dat ze een negen zijn, ook al zegt het cijfer op hun rapport dat ze een zesje hebben gescoord.
Ik ben trots op al mijn kinderen ongeacht hun scores. Omdat ik weet dat ze er allemaal wel zullen komen, op hun eigen manier.
Wat hoop ik dat zij dat mee krijgen, en dat zij zich nooit door wie dan ook hoe oud of autoritair wijs laten maken dat ze maar een zesje waard zijn. Want ik heb dat veel te lang gegloofd.
Sommige mensen houden echt heel erg van hun werk. Je zou kunnen zeggen dat ze met hun werk zijn getrouwd. Het komt helemaal goed uit als ze dan ook nog met elkaar zijn getrouwd. Zodat ze geen last hebben van een zeurende partner. Die het maar niets vind om op de tweede plaats te komen staan. Ze zijn nu immers samen nummer 1 en nummer 2.
Bij mij in de straat woont en werkt zo’n stel. Ze runnen een hotel/restaurant. Het is zo’n zaak waar wel iets vegetarisch op de kaart staat, omdat iedereen dat tegenwoordig doet, maar als ik het vegetarische gerecht dan ook daadwerkelijk bestel,wordt er toch gevraagd of ik niet gewoon een lekker stukkie vlees wil.
Zo’n zaak waar de vrouw en de man elkaar al jaren haten, maar daarom juist van elkaar houden. Zwaar mopperend op en over elkaar.
Zo’n zaak waar klanten continue van ongevraagd advies worden voorzien, dat niet zelden zwaar beledigend is voor de klanten. “U gaat toch niet echt naar dat museum met al die jezusbeelden, of bent u christelijk? Nee toch? Oh wel? Sorry hoor”. Kun je ze bijvoorbeeld horen zeggen.
Je moet er vaak lang wachten op je eten, en dat eten is dan vaak ook nog van matige kwaliteit. Toch kom ik er graag. Het heeft iets knus.
Kennelijk vinden ze dat zelf ook. Want er hangt nu al een week een briefje op de deur waarop staat dat ze “afwezig zijn ivm vakantie”. Ik denk dat dat briefje er alleen maar hangt omdat iedereen dat doet, net als met dat vegetarische gerecht. Want iedere keer als ik er langs loop staat hij voor de deur koffie te drinken, of zij door het raam naar binnen te kijken, ’s avonds lopen ze samen arm in arm even langs de zaak, en gisteren avond zag ik ze gezellig zitten chillen met vrienden (of misschien zijn het stiekem wel gewoon gasten), in hun dichte zaak.
Ik kan niet wachten tot ze weer open zijn, om ouderwets gezellig te genieten van hun gekibbel. En een lekker stukkie vlees aangesmeert te krijgen. Misschien plan ik mijn volgende vakantie ook wel naar hen toe!!!!