Als ik naar mijn werk loop is de stoep van goud. De zon staat zo laag dat ze mij verblind en alles goud kleurt. Ondertussen valt er een verfrissende miezer bui op mij neer. Nu komt er vast en zeker een regenboog denk ik. En niet veel later wordt ik inderdaad getrakteerd op een regenboog.
Ik kijk, ik geniet.
De mensen die mij tegemoet komen fietsen zien mijn blije gezicht en lijken het niet helemaal te kunnen plaatsen. Zij zien de regenboog niet, zij hebben de regenboog in hun rug. Ik zou naar ze willen roepen, kijk dan achter je, een regenboog, zie dan, hoe mooi. Maar realiseer me dat dat geen zin zal hebben. Sommige mensen hebben nu eenmaal altijd de regenboog in hun rug, en hoe ik ook zou roepen, ze zullen niet zien wat ik zie.
Dus zwijg ik, kijk ik en geniet ik. In mijn eentje. Met de regenboog recht voor me!
Ah mooi hé, een regenboog, daar kan ik soms blijven naar kijken tot ie verdwenen is 🙂