Ik lees over een vliegtuig dat neergeschoten is, een KLM vliegtuig met vermoedelijk 40 Nederlandse reizigers van D’reizen. In de loop van de dag veranderd dat aantal steeds, het waren er toch 60, 100, meer dan 200. Alsof een exact aantal Nederlanders aan boord het erger maakt.
Dan wordt mijn tijdlijn gevuld door markante Rotterdammers die ook in dat vliegtuig zaten. Ze runde een Aziatisch restaurant waar ik nog nooit geweest ben. Maar als ik alle lovende berichten hoor heb ik daar spijt van. Die Jenny, die nu niet meer is, moet een geweldige vrouw geweest zijn.
Tussen alle berichten over vliegtuigen, Palastina, Israel en Rusland valt me een berichtje op van mijn nichtje (niet echt mijn nichtje maar toch echter dan veel nichtjes die door bloed verbonden zijn). Haar moeder staat op iedere foto in het bericht. Dit is geen goed nieuws, dringt het meteen tot me door. En ik lees hoe haar moeder, mijn tante Jane, overleden is op dezelfde dag als dat het vliegtuig naar beneden gehaald word. En even wordt mijn wereld vooral door persoonlijk verlies gekleurd.
Nee, ik zag mijn tante al een paar jaar niet zo veel meer, eigenlijk alleen op bruiloften, er was wat onenigheid geweest. Ze had ons behoorlijk in de kou laten staan op een moment dat we de steun die ze aanbood en later weer introk meer dan goed konden gebruiken. Zij en mijn moeder, ze miste elkaar. Hoe vaak mijn moeder stoer riep dat ze het had losgelaten en dat ze geaccepteerd had dat het niet meer was, ze miste elkaar. Ze hadden zo’n jaloers makende band, waarbij ze, zelfs na zoveel jaar radiostilte precies wisten wanneer er iets ergs met de een of de ander aan de hand was. Dat voelde ze.
In mijn fotoalbum heb ik maar een foto van tante Jane kunnen vinden. Maar dat is precies zoals ik me haar en de bezoeken aan elkaar herinner. Het waren feestjes. Waarbij Tante de heerlijkste Surinaamse gerechten op tafel toverde. En mijn moeder ons wist te verassen met gerechten uit een periode waarin ze op dat moment toevallig zat.
U geloofde in een hemelse vader dus lieve Tante, Neem mijn jas en rust wat. Het is mooi geweest.