WC&telefoon, hangt er boven de deur in een café.
Mijn tafelgenoot leest het op. Hoewel er van lezen nauwelijks sprake is. Alleen de twee letters van WC staan geschreven, van de telefoon is een afbeelding geplaatst. Zo’n ouderwetse hoorn met een ouderwets krulsnoer.
Vroeger hing daar echt zo’n telefoon zeg ik. Je weet wel toen telefooncellen nog gewoon waren in het straatbeeld. En 06-nummers nog vies. Toen google nog per telefoon ging, en dan een vindservice hete.
Toen meisjes, veel te jong nog, stiekem die 06 lijnen belde, want voor vrouwen gratis. En zij aan de andere kant van de lijn met hun veel te jonge stemmetjes toch te horen kregen hoe iemand hard en groot werd. Zonder precies te weten wat daarmee bedoeld werd. Op school werd daar dan om gegiecheld. Het leek mij toen al verkeerd. Dus bleef ik buiten de cel staan.
Toen Scoop, die beweerde alles te kunnen vinden nog werd gebeld, om te vragen waar mijn sleutels lagen. Waarop de medewerkers altijd verward antwoorden dat zij dat niet wisten. Dat zij andere dingen konden vinden, maar naar sleutels gewoon gezocht moest worden.
Terwijl ik dit type klik ik meteen een extra schermpje open. Waar liggen mijn sleutels tik ik in. En google weet zoals altijd wel raad. Hele lijsten met mogelijke plekken waar je verloren spullen neergelegd kunt hebben poppen op.
Misschien is het toch wel vooruitgang, dat de telefooncellen verdwenen zijn. En iedereen een encyclopedie, goudengids en zijn of haar porno gewoon op zakformaat bij zich kan steken.