Het is zo’n zondagmorgen van alles kan en niets hoeft. Zo’n zondagmorgen waarop de stad beloftes maakt die nooit helemaal waar worden. De helft van de winkels is open, de andere helft is dicht en ik kan nooit precies onthouden welke helft nu open is en welke dicht.
Wij kennen elkaar nog niet zo lang, en vinden elkaar wel leuk, of de een vind de ander leuk en de ander denkt dat de een ook wel leuk is. En ik kan niet zo goed onthouden of ik nu de een of de ander ben.
We spelen ons favoriete spelletje dat er op neer komt dat we door de stad slenteren, terecht komen in een deel waar alle winkels dicht blijken te zijn en wij met onze neuzen tegen de ruit aan bekijken wat de winkel aan koopwaar te bieden heeft. Meestal design winkels, de ander houd van design en strak. Dan begint het. “Ik vind dat kastje daar in de hoek wel leuk” zegt de een dan bijvoorbeeld. Waarop de ander antwoord “Welke bedoel je? Die naast die leuke stoelen?”. “Echt? vind je die stoelen leuk? Vind je die krukken daar niet veel leuker? Die achter dat gekke ding?” En zo blijven we staan tot we onze smaken aan ieder product gestaafd hebben. Soms hebben we geluk, dan zijn de winkels open en kunnen we naar binnen. Andere keren lopen we zo te dwalen dat we niet eens weten waar we precies zijn.
Op zo’n keer wijs ik een kapstok aan, niets bijzonders, dat deed ik wel vaker is was op zoek naar een staande kapstok en had mijn oog laten vallen op zo’n exemplaar dat eruitzag als een boom. Maar die waren erg duur en als er drie dingen over heen lagen kon je niet meer zien dat het een boom was. Nu wil ik best geld uitgeven aan design, maar ik denk dat ik meer dan drie dingen aan mijn kapstok wil hangen. Dus wijs ik een kapstok aan in een tweedehands winkel die daar statig koopwaar staat te showen. Kettingen en sjaaltjes, brillen, en tasjes. De kapstok is vast niet te koop, maar wat een leuk idee!!!
Weken later staat de ander voor mijn deur, we zien elkaar al heel wat minder nu. De kapstok dient als afscheidscadeau. En ik vind het het stomste cadeau ten afscheid ooit, ik wil niet dat iemand zoveel moeite voor mij doet, met een kapstok de halve stad door loopt, de metro neemt met een kapstok onder de arm en dan voor mijn deur komt staan. Mij te veel ballast die ik niet meer wil delen als ik eigenlijk los moet laten. Maar ik zeg “kom maar binnen, met je kapstok, wil je thee?” en doe alsof ik blij verrast ben.
Write On Thursday is een initiatief van Karin Ramaker, ieder donderdag geeft ze ons een woord om ons over te verwonderen, verbazen, door te laten inspireren, kortom een woord om een blog over te schrijven. Het woord van vandaag is ‘kapstok’.
Wow, die komt aan!
En toch is het wel leuk als iemand al die moeite neemt, met zo’n heel raar product, en dan nog stad en land afreizen om het bij je te brengen… hmmm, zwijmel…
Leuk geschreven! Zoals je op mijn blog hebt kunnen lezen heeft het bij mij ook even geduurd voordat we eindelijk een kapstok hadden. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig waarom er afscheid genomen moet worden.. leuk geschreven!
nee dat zou ik ook niet willen nee
je voelt je schuldig terwijl je daar dus geen behoefte aan het!
eeh sorry hebt!
mooi geschreven. ’t voelt..
hè getver! word er een beetje depri van.
een kapstok als afscheidskado… zit toch ook wel een mooie symboliek in!
In ieder geval een blijvende herinnering 😉
Heel mooi geschreven, bijna tastbaar, het komt binnen!
Je brengt met met je verhaal naar de ervaring van ‘ieder zijn eigen trein’ wat inhoudt dat iedereen een ander tijdstip heeft om in de stroom van gebreurtenisen in te stappen en vervolgens de reis ziet vanuit zijn eigen perspectief. Zoiets als: ” ik weet dat het over is, dat het niet meer werkt, maar toch wi l ik haar laten merken dat de tijd die we samen hebben doorgebracht voor mij waardevol was. Laat ik haar iets schenken wat zij waardevol vond, ja ik weet al iets….. “. Maar ja, dit schrijf ik natuurlijk ook vanuit mijn trein, waaruit ik ook niet stappen.
Bedankt voor je reactie op mijn blog, heb ik gezien.